Troost in een doos: hoe ze in de Refuge verlies een gouden randje gaven in tijden van corona

Erika is pastor bij het Woonzorgcentrum de Refuge in Gent. Kamerbezoekjes bij bewoners die nood hebben aan een gesprek, groepsmomenten organiseren op de afdeling en eucharistievieringen begeleiden in de kapel: ze doet het allemaal, met veel engagement, al 7 jaar lang.  ‘Een parochie in het klein’, noemt ze het zelf: wat de bewoners anders zouden opnemen binnen hun parochie van herkomst, probeert Erika hen in het woonzorgcentrum aan te bieden. De voorbije 2 jaar was dat niet evident. We spraken met haar over omgaan met verlies in tijden van corona en welke rol de Gouden Dozen van Lost & Co daarin konden spelen. 

Corona is voor vele mensen een moeilijke periode geweest, niet in het minst voor de bewoners en het personeel van woonzorgcentra. Hoe kijk jij terug op deze intense periode? 

De voorbije twee jaar waren een vreemd samengaan van stilstaan en vooruitgaan. Ik heb het gevoel dat we op heel veel vlakken halt hebben moeten houden, maar ondertussen bleef het leven wel zijn tempo aanhouden. Het doet pijn om te beseffen dat een deel van de mensen die sinds het uitbreken van corona bij ons ingetrokken zijn,  nooit de ‘normale’ werking gekend zal hebben. 

We verloren het reliëf doorheen het jaar, aangezien de momenten waarop we normaal gezien samenkomen en die kleur geven aan het leven, grotendeels wegvielen. Het is dat samenkomen in grote groep dat ik het hardst gemist heb. Mensen hebben de  verbondenheid binnen hun woonafdeling voor een groot stuk kunnen behouden, maar het overkoepelende gebeuren over leefgroepen heen is slechts minimaal kunnen doorgaan. Voor een generatie die nog volle kerken heeft gekend, en met het hele dorp samen op bedevaart ging, lijkt me dat erg moeilijk. We hebben wel een aantal alternatieven kunnen aanbieden, maar we blijven toch uitkijken naar het moment dat we weer echt volop kunnen samenkomen. 

Jullie hebben tijdens de coronaperiode Gouden Dozen van Lost & Co geschonken aan de families van overleden bewoners.  Hoe heb je Lost & Co leren kennen? 

Wanneer een bewoner overlijdt, hebben we bij De Refuge de gewoonte een rouwstukje af te geven aan de familie. Toen de maatschappij op slot ging in maart 2020, konden we niet meer aanwezig zijn op de uitvaart en bleek zelfs bloemen afgeven lang geen mogelijkheid. We zijn toen beginnen zoeken naar een alternatief. Heel toevallig las ik toen over Lost & Co en de Gouden Dozen in een magazine, en stootte ik ook op een folder van jullie werking. We hebben na enkele maanden alle families opgebeld die iemand verloren hadden tijdens die meest intense coronaperiode, en hen uitgenodigd om langs te komen om zo’n mooie doos in ontvangst te nemen. Soms stuurden we de doos op. Wij noemen het zelf een ‘troostdoos’,  omdat we hopen dat het zaadjes van troost kan planten voor de mensen. We voegen er telkens ook een persoonlijk kaartje aan toe. 

“Een man die zijn moeder had verloren, wist me te vertellen dat hij elke ochtend zijn thee of koffie drinkt uit het kopje uit de troostdoos.”

Hoe waren de reacties van de mensen wanneer ze de dozen  in ontvangst mochten nemen? 

Erg divers, elke familie ging er op zijn eigen manier mee om, en dat is prima. Sommigen mensen namen alvast een kijkje binnenin wanneer we hen de doos overhandigden, terwijl anderen wat terughoudender waren en besloten om dat thuis te doen, omdat ze voelden dat er anders ook een ander potje ging opengaan waar ze op dat moment niet klaar voor waren. Een man die zijn moeder had verloren, wist me te vertellen dat hij elke ochtend zijn thee of koffie drinkt uit het kopje uit de troostdoos. En onlangs hoorde ik van iemand dat ze pas na maanden de kracht had gevonden om de doos te openen, maar dat ze er op dat moment ontzettend veel aan had gehad. 

Je krijgt in je job vaak met verlies te maken, hoe ga je daarmee om? Valt dat jou niet zwaar?

Het valt me niet te zwaar, omdat het past binnen de natuur. Onze bewoners komen te gaan op een leeftijd, waarbij je alvast met je verstand kan aanvaarden dat je moet loslaten. Heel anders is het als mensen mij vertellen over hun eigen kind dat ze hebben moeten afgeven. Voor de bewoners zelf, is het vooral mijn zorg en bekommernis dat een overlijden kan plaatsvinden in zo warm mogelijke omstandigheden, als het er dan toch aankomt. 

Heb je intense gesprekken met de bewoners over verlies? 

Soms wel, maar het valt me op dat zij vaak op een heel andere manier in het leven hebben gestaan dan mijn eigen generatie. Vandaag de dag kan je praten over eigen verlieservaringen of moeilijkheden, met onze eigen omgeving of met therapeuten of psychologen. Ik heb de indruk dat het voor de generatie van de bewoners helemaal anders is: vaak was er zelfs binnen een relatie geen ruimte om over zo’n zaken te praten, en moest men het vooral zelf een plek geven. Ik vind het vaak erg opmerkelijk dat mensen hun verlies soms een heel leven meedroegen en er zich op hun manier doorheen geslagen hebben. Maar tegelijk vind ik het ook subliem om te zien hoe onze bewoners, die vaak een leven vol grote en kleine tegenslagen achter hen hebben en dagelijks geconfronteerd worden met de grenzen van hun eigen lichaam, de dag toch vaak beginnen met een glimlach en een hunkering naar wat de nieuwe dag voor hen brengt.  

“Laten weten aan iemand dat je er bent als het moeilijker gaat, is het schoonste cadeau dat je kan geven.”

Er is inderdaad veel veranderd aan de manier waarop we met rouw en verlies omgaan. Wat vind je daarvan? 

Ik vind het goed dat het veel bespreekbaarder is geworden, en dat meer en meer mensen terecht kunnen bij psychologen of therapeuten. Het mag voor mijn part nog veel verder gaan in die richting. Ik zou het bijvoorbeeld niet slecht vinden mocht er een psycholoog zijn binnen elk woonzorgcentrum. Tijdens de coronaperiode zijn we namelijk nóg meer overtuigd geraakt van het belang van mentale gezondheid. 

Tegelijk vind ik dat niet enkel psychologen en therapeuten daar een rol in hebben te spelen. Professionele hulp kan erg waardevol en nodig zijn in bepaalde gevallen, maar je kan ook als mantelzorger of als vriend van iemand die verlies meemaakt een grote rol spelen, gewoon door er te zijn en een luisterend oor aan te bieden. In de Gouden doos zit een bon, om met de schenker ervan een tas koffie te drinken of een wandeling te maken. Het idee daarachter vind ik heel schoon: laten weten aan iemand dat je er bent als het moeilijker gaat, is het schoonste cadeau dat je kan geven.

Wat helpt jou persoonlijk om met verlies om te gaan? 

Ik vind een grote houvast in natuur. Als de zon schijnt en ik de natuur kan intrekken, ben ik twee keer zoveel waard. Ik hou ook enorm van de lente, omdat je dan kan zien hoe de natuur altijd de kracht vindt om terug recht te veren. Kinderen kunnen me ook veel energie geven. Het doet me deugd om getuige te zijn van de verwondering die ze hebben voor de wereld rondom zich. Het is zo jammer dat we daar een groot deel van kwijtgeraakt zijn in het opgroeien. En ook mijn geloof geeft me veel kracht, al vul ik dat op een andere manier in dan de mensen in het woonzorgcentrum. 

“Ik hoorde ooit iemand zeggen dat je een verlies niet moet verwerken, maar het moet bewerken. Zo is het inderdaad: je verlies hoeft helemaal niet weg te gaan, je zou het een vorm moeten kunnen laten aannemen waarbij het met je mee kan gaan.”

Wat zou je nog willen zeggen aan mensen die met een verlies te maken kregen? Welke boodschap wil je hen meegeven? 

Het belang van tijd. Als ik een kaartje schrijf naar mensen die een verlies meemaken, is dat vaak wat ik hen toe wens: de ruimte en tijd om met het verlies op weg te  gaan. Ik hoorde ooit iemand zeggen dat je een verlies niet moet verwerken, maar het moet bewerken. Zo is het inderdaad: je verlies hoeft helemaal niet weg te gaan, je zou het een vorm moeten kunnen laten aannemen waarbij het met je mee kan gaan, zonder dat het je om de 5 stappen onderuit haalt. Dat is ook het mooie beeld van de gebroken kopjes en de gouden lijm. Laat ons hopen dat mensen die zich gebroken voelen de kracht of de mensen om zich heen vinden om zich met gouden lijm weer aan elkaar te kunnen lijmen. Die breuklijnen vormen je tot wie je bent, die neem je mee. 

Terug naar het overzicht